Nederlands elektriciteitsnet is overvol Deel I/III
In deel I van dit drieluik legt Wannes Devillé uit hoe het Nederlandse elektriciteitsnet werkt. Wat zijn de uitdagingen, de problemen maar vooral de oplossingen van en voor ons elektriciteitsnet? En hoe zit het met ons net en de energietransitie? Lees hier verder.
Nederland is druk bezig de doelen uit het Klimaatakkoord te halen voor de opwekking van duurzame energie. Zo druk, dat het elektriciteitsnet de grote hoeveelheid groene stroom, afkomstig van zonne- en windparken, niet aankan. Een ernstig gevolg van het volle elektriciteitsnet is dat gemeenten geen vergunningen meer afgeven voor de bouw van wind- en zonneparken, waardoor zij hun eigen klimaatdoelstellingen niet halen. “Deze impasse moet doorbroken worden”, meent Wannes Devillé, Sr. Grid Specialist bij Novar. “We moeten het tijdelijk gebrek aan capaciteit overbruggen. Daar ligt onze gezamenlijke uitdaging.”
Een paar jaar geleden was het nog heel normaal en relatief makkelijk voor een zonne- of windpark om een netaansluiting aan te vragen. Deze aansluiting werd vervolgens keurig op tijd aangelegd door de regionale netbeheerders. Inmiddels behoort dit in veel regio’s tot het verleden. Door de toenemende vraag naar netaansluitingen – en dus capaciteit op het elektriciteitsnetwerk – is netcapaciteit in grote delen van het land een schaars goed geworden. Dit brengt de energietransitie van Nederland en haar gemeenten ernstig in gevaar.
We kijken vooruit
Novar heeft ondertussen een systeem opgezet, waarmee we informatie over het elektriciteitsnet voor alle interne stakeholders inzichtelijk kunnen maken. “In dit systeem verwerken we alle plannen voor uitbreidingen van het net”, vertelt Wannes. “We kijken hiermee niet naar het huidige moment, maar vooral vooruit; naar de situatie over 4 á 5 jaar.” Je moet dus anticiperen, vindt hij. “Want je wilt geen project met een vergunning waarmee je uiteindelijk achter het net vist, omdat later blijkt dat er onvoldoende capaciteit is. De situatie andersom is echter ook niet gewenst. Want wanneer je alvast capaciteit op het net vastlegt voordat je een vergunning hebt, blokkeer je dat stuk voor anderen. Op die manier creëer je een rem op de gehele energietransitie, en dat ligt heel gevoelig.”
Uitdagingen regionale energietransitie
Eén van de grote uitdagingen is het feit dat het vergunningenproces wordt geremd omdat gemeenten vaak geen vergunningen willen verlenen als er geen netcapaciteit beschikbaar is. “Wij begrijpen dat gemeenten hier zorgvuldig mee omgaan en dat zij geen projecten willen vergunnen die misschien niet gerealiseerd gaan worden”, reageert Wannes. “Maar het is belangrijk om niet alleen naar de huidige situatie te kijken; op die manier vertraag je de energietransitie met een aantal jaar, en die tijd hebben we niet. We moeten dit probleem dus nu samen oplossen.”
Volgens Wannes kan een deel van de problematiek worden opgelost door als gemeente mee te gaan in de systematiek van de Transport Indicatie. “Dit is namelijk in het subsidiesysteem rond de SDE+/++ met het eisen van een positieve Transport Indicatie namelijk al ingebouwd als een soort bescherming”, licht hij toe. “Er wordt geen subsidie gegeven aan een project dat theoretisch niet kan worden aangesloten. Eigenlijk begint het zelfs eerder, want in het vergunningstraject wordt al geëist dat je laat zien hoe je de stroom van jouw project kwijtraakt. Qua tijdslijn zit daar dus een discrepantie tussen.”
Nieuwe aanpak netcapaciteit
De huidige feiten zeggen niets over het moment dat je het net daadwerkelijk nodig hebt volgens Wannes. “Het gaat er om of er over een paar jaar netcapaciteit is; niet op dit moment.” Het zou volgens hem enorm helpen wanneer gemeenten wat verder vooruit zouden kijken. “Want er komen voor grote delen van het land rond 2027 belangrijke uitbreidingen aan. Dat is algemeen bekend.”
Het zou daarom heel nuttig zijn als gemeenten de vergunningen zouden verstrekken vóór de bouw van de wind- en zonneparken, meent Wannes. “Daarmee zorg je ervoor dat de capaciteit die beschikbaar komt, meteen gebruikt kan worden. Als het vergunningstraject pas wordt gestart wanneer die capaciteit er is, dan heb je stations die twee á drie jaar minder efficiënt kunnen worden gebruikt, omdat de parken die zich daarop zouden kunnen aansluiten destijds geen vergunning konden krijgen. Voor gemeenten is het hierdoor lastig om de Regionale Energiestrategie (RES) te halen. Deze verandering vereist een open mind bij gemeenten, onder andere in samenspraak met de netbeheerders: dit is een kans om op regionaal niveau invulling te geven aan de energietransitie om zo de doelstellingen van Parijs te behalen.”
Niet-standaard oplossingen
Daarnaast zorgt het volle elektriciteitsnet ook voor een ander probleem: zonne- en windparken kunnen vaak geen standaard aansluitingen meer krijgen. Volgens Wannes zal Novar hierdoor in ieder geval tot 2027 steeds meer niet-standaard aansluitoplossingen moeten toepassen voor hun projecten. “Er is nu al een groot gebied waar alles op rood staat”, vertelt hij. “Om vergunningen te kunnen krijgen voor nieuwe projecten, moeten we het nu wel op deze niet-standaard manier oplossen. De volgende echt grote uitbreidingsslagen in het elektriciteitsnet vanuit Tennet en de regionale netbeheerders laten namelijk helaas nog een tijd op zich wachten.”
Novar bekijkt steeds eerder in het proces welke aansluitingen op het elektriciteitsnet mogelijk zijn. “Er zijn diverse oplossingen. De eerste oplossing is de standaard aansluiting bij een netbeheerder. Deze oplossing is het makkelijkst en heeft nog steeds onze voorkeur. Maar als projecten hun stroom niet kwijt kunnen op de reguliere manier, dan hebben we meerdere niet-standaard oplossingen.”
Het toepassen van de niet-standaard oplossingen zou een stuk makkelijker moeten worden, meent Wannes. “Dat zou het gehele elektriciteitsnet helpen. Je haalt je nu heel veel financiële en juridische werkzaamheden op de hals wanneer je deze afwijkende methoden kiest in plaats van de standaardmethode.”
Praktijkvoorbeelden netoplossingen
In gebieden met beperkte – of geen – capaciteit, zijn het gebruikmaken van de aansluitingen van windparken in de buurt, of het aansluiten op een Gesloten Distributie Systeem (GDS) met daarin mogelijk dubbel gebruik van zon, wind of andere technieken mogelijke oplossingen. “Door deze oplossingen kan er efficiënter en slimmer worden omgegaan met al bestaande (net)infrastructuur. In het volgende artikel vertellen we hier meer over.”
Deze oplossingen zijn nu dus nog niet de standaard, maar Novar denkt dat dit de komende tijd gaat veranderen. “We denken dat deze oplossingen steeds vaker zullen worden toegepast. Dit is regulier, wettelijk en technisch goed haalbaar. Nieuwe contractvormen behoren hier ook toe. Daarnaast is het belangrijk dat financiers bekend raken met deze mogelijkheden. Ook daarom moet het vaker worden toegepast. Dit krijgen we alleen voor elkaar als we goed samenwerken en kennis delen. We hebben deze ervaring echt nodig.”