Case Study Vuilstort
Een zonnepark op een voormalige vuilstortlocatie vraagt om een andere aanpak dan een zonnepark op reguliere grond. Je hebt namelijk veelal te maken met een helling en een folie wat niet mag worden aangetast. Dat is voor ons geen probleem. Wij hebben in maart 2018, als één van de eerste in Nederland, een zonnepark gebouwd op vuilstortlocatie Avri in Geldermalsen. Onlangs is zonnepark Fort de Pol in Zutphen opgeleverd. Daarnaast zijn we op dit moment aan het bouwen op locatie Wijdemeren en Farmsum. Door deze cases hebben wij veel ervaring opgebouwd. We nemen je graag mee in de complexiteit van een zonnepark op een vuilstort aan de hand van een aantal praktijkvoorbeelden.
Vergunning
De voormalige vuilstort locaties in Nederland kunnen grofweg onderverdeeld worden in twee categorieën. Vuilstort locaties die voor 1996 gesloten zijn en vuilstorten die daarna gesloten zijn. Stortplaatsen die voor 1996 nog in gebruik zijn geweest, zijn doorgaans sterker vervuild en vallen onder de Wet milieubeheer (Wm). Dat betekent in de praktijk strenge regelgeving en een nazorgregeling waarvoor meestal de provincie het verantwoordelijke bestuursorgaan is. De groep die na 1996 nog in gebruik was zijn klein, omdat er sinds de jaren ’80 steeds meer afval wordt hergebruikt of verbrand. Het grootste deel van de voormalige stortplaatsen zijn dus al voor 1996 gesloten.
Veelal moet er voor een zonnepark in ieder geval een omgevingsvergunning op grond van de Wabo aangevraagd worden. Naast een omgevingsvergunning ligt er op een voormalige vuilstort een milieuvergunning. Hierdoor zijn alle andere activiteiten milieuvergunning plichtig. De vergunninghouder is vaak de gemeente of provincie. Doordat vergunningen niet gestapeld kunnen worden zal de inrichting moeten worden uitgebreid. Het gaat hierbij om een vergaande samenwerking tussen de ontwikkelaar, de vergunninghouder en de nazorg. Het is daarom van belang dat er intensief wordt samengewerkt tussen deze partijen. Er zal naast het publiekrechtelijk gedeelte ook privaatrechtelijke afspraken gebruik en verantwoordelijkheid t.a.v. de vuilstort
Nazorg
Wanneer een vuilstort locatie uit gebruik wordt genomen blijft er een verontreinigde bodem achter. Om blootstelling aan of verspreiding van verontreiniging te voorkomen worden er maatregelen genomen. Dit heet nazorg bij restverontreiniging na bodemsanering. Voor dat de nazorg bij een vuilstort locatie van kracht wordt zal de bodem gesaneerd worden. Bodemsanering hoeft niet te betekenen dat de verontreinigde bodem wordt weggenomen. Saneren kan ook het beheersen van de verontreinigde bodem betekenen. Hierbij hoeft de grond dus niet afgegraven te worden, maar kan een afdekking met een schone laag ook voldoende zijn. Op grond van de Wet bodembescherming zijn de provincies en grote gemeenten verantwoordelijk voor de vergunningverlening en de handhaving bij bodemsaneringen. De nazorg ligt dan in veel gevallen ook bij de provincie of ander bestuursorganen gelieerd aan de provincie of gemeente. De nazorg kan worden uitbesteed aan een publieke partij. De nazorg bestaat uit monitoring om te waken voor mogelijke verspreiding van de verontreinigde bodem. Nazorg kan verder bestaan uit het opleggen van een gebruiksbeperking. Dit alles is omschreven in het nazorgplan.
Aanleg en constructie
De ondergrond van een voormalige vuilstort locatie is opgebouwd uit verschillende lagen. Per vuilstort kunnen deze lagen verschillen. Globaal ziet de opbouw van een vuilstort eruit zoals weergegeven in afbeelding 1. Boven op de vervuilde grond zit een drainage laag en een afdeklaag. Bij het verder comprimeren van het vuil onder de afdeklaag komen gassen vrij en kan de grond inklinken. De bovenste laag is vaak bekleed met een grasmat die tevens een signaalfunctie heeft voor de staat van de folie. Deze processen en lagen in de vuilstort zorgen ervoor dat het realiseren van een zonnepark op deze gronden uitdagend is. De panelen dienen zo gemonteerd te worden dat uitspoeling van de grasmat te voorkomen en daarnaast zijn er restricties met betrekking tot de diepte dat de grond mag worden geroerd, Bij de montage van de panelen dient er ook rekening gehouden te worden met inklinking van de gronden. Een ander aspect waar rekening mee gehouden dient te worden is de maximale hoeveelheid druk die de bouwwerken mogen geven op de vuilstort. Al deze aspecten dienen goed afgestemd te worden met de relevante partijen die verantwoordelijk zijn voor de nazorg van een desbetreffende vuilstort locatie.
Conclusie
Hoewel voormalige vuilstort locaties een uitdaging bieden, zijn ze volgens Novar ook een uitermate geschikte locatie voor zonne-energie. Vanuit het oogpunt van dubbel ruimte gebruik en het gebruik van marginale gronden is het gebruik van voormalige vuilstort locaties een efficiënte invulling van de ruimte. De nazorg die op een locatie ligt en technische aanpassingen voor de opstal bieden een uitdaging, dus technisch, juridisch en milieukundig vraagt het om een kundige en zorgvuldige ontwikkeling.
Dit is een artikel uit het thema dubbel ruimtegebruik. Meer weten? Lees ook hoe je van een parkeerterrein een zonne-energiecentrale maakt.